In het kader van Keti Koti vertonen we op wo 3 juli zeven korte portretten die een inkijk geven in de persoonlijke verhalen van mensen in relatie tot slavernijverleden en de stad Arnhem. Wat betekent dit verleden voor de huidige generaties? En hoe werd en wordt dit verleden overgedragen?

Na de vertoning is er een zaalgesprek met Barbara Esseboom (voorzitter Comité 30 juni – 1 juli Arnhem) en Else Gootjes (Erfgoed Gelderland).

Zo is daar Tineke die recentelijk ontdekte dat haar voormoeder uit Berbice is overleden in Arnhem. De opa van Marsha kwam in de jaren zestig vanuit Suriname naar Arnhem, maar zelf vertrok Marsha juist uit Nederland om de grond van de plantage van haar voorouders weer op te bouwen. Jasmin vertelt over haardracht en achternamen én over hoe haar ogen in de loop van haar leven steeds meer open zijn gegaan voor haar geschiedenis. Ignatia kreeg als jong meisje het advies van haar oma het boek van Anton de Kom nog maar niet te lezen. Toen ze het uiteindelijk las gaf het haar vaste grond onder de voeten. Corien kreeg van haar vader een diep besef mee van de waarde van democratie dat ze nu koppelt aan het herdenken van het slavernijverleden. Rasechte Arnhemmer Ron – zoals hij het zelf zegt- vond na veel onderzoek een voormoeder uit Suriname die in slavernij werd geboren. Michel ontmoette de liefde van zijn leven in Arnhem en geeft zijn kleinkinderen mee: ‘er stroomt wel Surinaams bloed door je aderen’.

Deze korte portretten werden gemaakt in het kader van het onderzoek naar Sporen van slavernijverleden in Arnhem dat uitgevoerd is door Erfgoed Gelderland in opdracht van de gemeente Arnhem. Henck Pengel van dmediadesign maakte de films waarvoor de interviews werden afgenomen door Barbara Esseboom & Else Gootjes.